Het coronavirus laat geen mens onberoerd. Deze onzichtbare vijand richt overal tastbare vernielingen aan. Het virus neemt mensenlevens en zet onze bestaanszekerheid op het spel. Angst en eenzaamheid houden ons in de greep. Ook ik voel me bedrukt en opgesloten – hoewel ik vooralsnog geen grote verliezen te betreuren heb. Maar de enige respons is afstand houden.
De eerste crisisdagen heb ik me gedragen als een bezige bij. Er was veel te doen. Maar nu begin ik de effecten van sociale onthouding echt te voelen. Mijn agenda is leeg, vrienden zijn afgebeld, Pasen vieren we zeker niet voor Pinksteren. Ik verveel mij niet; er is genoeg te doen – continu op mijn telefoon. Maar elkaar de hand geven is voor onbepaalde tijd verboden.
Waarom doet me dit aan denken aan Pasen? De vergelijking met de vastenperiode dringt zich op, in termen van ‘minder nemen, meer geven’ en ‘minder pret, meer diepgang’. Afstand houden was er nog niet bij, maar plotseling is ‘onthouding’ onlosmakelijk verbonden met ‘sociaal’. Met carnaval heeft men het er nog even flink van genomen. Maar daarna was het echt afgelopen.
Het verband tussen Pasen en de uitdrukking “raak me niet aan” is echter niet nieuw. Het zijn de eerste woorden van Jezus na zijn verrijzenis, gericht aan Maria Magdalena. Zij wilde hem omhelzen toen ze hem herkende. Maar dat was niet naar de zin van Jezus. Vele kunstenaars hebben zijn gebaar van afwijzing vereeuwigd. Het zijn afbeeldingen van Jezus die Maria Magdalena erop wijst, 1,5 meter afstand te houden.
De Latijnse uitdrukking “Noli me tangere” wordt op verschillende manieren vertaald, meestal met “raak me niet aan”. “Houd me niet vast” is een andere. En ook interessant is: “wil me niet aanraken”, waarmee Jezus lijkt te zeggen dat het niet alleen om hem gaat. Hij vraagt Maria Magdalena uit eigen beweging distantie te betrachten. Kennelijk is dat beter, zo vlak na zijn verrijzenis.
Bij de schilderijen over dit intieme moment tussen Jezus en Maria Magdalena vallen twee dingen op. Zij kijken elkaar heel intens aan; er springt een onzichtbare vonk over. En er is een leegte tussen hen die wordt begrensd door hun handen. Het hele schilderij draait om het niets tussen hen in. En toch gaat het over wat zich afspeelt tussen die twee. Er wordt verbinding gemaakt – dankzij de afstand.
Ik ervaar een beetje van hetzelfde, maar dan op zeer grote schaal, nu wij met z’n allen afstand houden van elkaar. Het is niet alleen een kwestie van moeten, maar ook van willen. Wij kunnen het heimelijke virus niet met een gewapende strijd verslaan. Wij kunnen het beste zoveel mogelijk lege ruimte scheppen tussen onszelf en de ander.
Het is daarbij wel belangrijk dat we verbinding maken; we moeten samenwerken. En het wonder is: het lukt in veel opzichten beter met, dan zonder coronavirus. We nemen wereldwijd grote economische gevolgen op onze schouders, met als doel ouderen en zwakkeren te beschermen. Zulk altruïsme is misschien nog nooit vertoond. En we dragen de praktische consequenties: we spelen de mensen vrij die de zieken verplegen, wij bundelen de krachten. Wij laten elkaar onze beste kant zien. Het knettert van de solidariteit.
Het sterkste wapen is vreemd genoeg krachteloos: afstand houden. Ik weet niet of Jezus dit bedoelde met zijn “noli me tangere”. Maar een goed advies was het zeker. Volgens het RIVM begint het virus zijn greep op ons langzaam te verliezen. En de sociale cohesie groeit, juist nu wij elkaar loslaten. Ik hoop maar dat wij elkaar niet meteen weer vastklampen, zodra het weer mag. Dan gaat het namelijk meteen weer fout. Je moet het gewoon niet willen, zo vlak nadat je het doorhebt.
Comments